Dethorey © Paul Delort

Biografie

Jean-Paul Dethorey (geboren op 2 maart 1935 in Toul) wijdt zich na de kunstacademie in Nancy aan de schilderkunst. Geldgebrek noopt hem af en toe echter tot bijklussen... in het begin van de jaren '60 zelfs als huisschilder!

In 1964 zet hij zijn eerste schreden in de stripwereld voor het maandblad AMIS-COOP, met diverse vervolgseries: de raadsels van "Inspecteur X" (op scenario van Alain Laubry), een humoristische western met Frank Giroud ("Big Boogie"), etc.

Hij maakt de ronde langs de katholieke jeugdbladen en werkt voor LISETTE ("Clémence Adélaïde de la Ficell, concierge" met Claire Godet en "Charlot et Philippe" met Henriette Robitaillie), J. 2 JEUNES ("Don Quichotte"), J. 2 MAGAZINE ("Plumedacier"), FRIPOUNET (diverse kortstondige reeksen op aangeleverde scenario's en zijn eerste pogingen als compleet auteur: "Galurin, pêcheur de chapeau" en "Les Contes du calumet magique").

In 1982 vindt hij zijn eigen weg: hij verlaat geleidelijk de humoristische kinderstrip en start een reeks voor volwassenen bij Glénat: de lotgevallen van "Louis la Guigne", naar scenario's van Frank Giroud, met wie hij de grote calamiteiten van de periode tussen de beide wereldoorlogen doet herleven.

Jean-Pierre Autheman schrijft in 1987 "Le Voyage du bateleur" voor hem (VECU) en daarna komt Patrick Cothias bij hem met het idee voor de reeks "Coeur brûlé", die hij na twee afleveringen overgeeft aan Méral.

Voor de collectie Vrije Vlucht zal hij zijn persoonlijkste werk maken: "De pechvogel" (naar een scenario van Serge Le Tendre in 1996), vervolgens een verbluffende verbeelding van de artistieke kringen van de negentiende eeuw ("De uitvoering" in 1996), waarin hij zich een schrijver/tekenaar van hoog niveau toont. Daarna het begin van de trilogie van "Op zoek naar Venus", waarin hij de grote wetenschappelijke en maritieme ontdekkingstochten van weleer in beeld brengt, naar scenario's van Jean-Pierre Autheman.

Helaas velt een ernstige ziekte hem op 2 mei 1996, terwijl hij bezig was met de afronding van de eerste helft van het tweede deel - dat later zal worden voltooid door zijn vriend François Bourgeon.

Hij was een buitengewoon veelzijdig colorist met de voor een schilder kenmerkende gevoeligheid, wat reeksen oorspronkelijke, persoonlijke taferelen opleverde, een geheel eigen wereld waar eigenlijk niemand echt een vervolg aan kan geven.