Biografie
Octave Joly (geboren in Momignies op 5 mei 1910) publiceert zijn eerste artikel in 1930 in het Franse weekblad CINE-MIROIR. Daarna neemt hij de leiding over van een geïllustreerd maandblad (A TRAVERS LE MONDE, 1931-1932) en presenteert zijn eerste grote reportage ("La dernière croisière du navire-école belge") op drie achtereenvolgende pagina's in het dagblad LE SOIR — maar daarna moet hij in dienst.
Van 1934 tot 1939 is hij redactiesecretaris en lay-outman van een Belgisch weekblad, L'OPINION PUBLIQUE en publiceert zo links en rechts met zijn altijd waakzame pen enkele reportages en verhalen.
De Tweede Wereldoorlog vormt een onderbreking in zijn carrière. Na zijn mobilisatie wordt hij gevangen genomen op het Albertkanaal.
Hij keert terug naar de grote pers in 1945 als adjunct-hoofdredacteur van het dagblad L'INFORMATEUR-MIDI, en schoolt zich dan om naar de audiovisuele kant: hij schrijft commercials voor Radio Luxemburg en werkt als scenarist en eerste operator in de filmstudio van Claude Misonne (1947).
Tussen 1949 en 1955 schrijft hij de scenario's van meer dan vijfhonderd reclamefilmpjes voor het bureau Vandam-K.H. Voor één daarvan krijgt hij zelfs de Grote Internationale Reclameprijs. Deze laatste leerschool heeft hem naar zijn zeggen geleerd zijn ideeën te condenseren, want de adverteerders willen immers zoveel mogelijk in zo min mogelijk (kostbare) tijd.
René Follet brengt hem in contact met Jean-Michel Charlier, in 1951. De World Press, waar deze laatste functioneert als manusje van alles op schrijfgebied, heeft net "De verhalen van Oom Wim" gelanceerd in ROBBEDOES. Charlier komt om in het werk en denkt bovendien aan een loopbaan als piloot bij SABENA, dus zoekt hij iemand die deze serie van hem kan overnemen.
Op 9 augustus 1951 publiceert Joly zijn eerste Oom Wim ("Het ontstaan van een volksheld"), getekend door Dino Attanasio. Meer dan 1100 verhalen levert zijn onuitputtelijke documentatie op, tot het einde van de serie in 1976. Hij werkt ook mee aan enkele tientallen verhalen voor L'Histoire Vivante in het weekblad BONNES SOIREES.
In 1955 besluit Joly zich uitsluitend aan het schrijven van historische stripscenario's te wijden. Word heeft hem een contract aangeboden voor een jaarlijkse afname van vijftig Oom-Wimscenario's en hij schrijft daarnaast enkele grote biografieën: Stanley (getekend door Hubinon in ROBBEDOES), Marco Polo (begonnen door Uderzo en afgemaakt door Pierre Dupuis in LA LIBRE JUNIOR), Tom et Nelly, enfants du siècle (begonnen door Uderzo in RISQUE-TOUT (SPRINT) en voortgezet door Bielsa in ROBBEDOES), Winston Churchill (geïllustreerd door Eddy Paape in ROBBEDOES), Leonardo da Vinci (voor Pascal in ROBBEDOES).
Hij speelt ook een korte en bescheiden rol bij de start van PILOTE met Eddy Paape: het historische verhaal "La Merveilleuse histoire de Saint-Nicolas", evenals diverse spelletjespagina's.
Eind jaren '70 neemt hij geleidelijk een welverdiende rust. Hij levert nog één keer een Histoire en mille morceaux (waarin elke plaat een complete historische anekdote bevatte) en overlijdt op 7 juni 1988 in Brussel.