Walthéry © D. Fouss

Biografie

François Walthéry wordt op 17 januari 1946 geboren in Argenteau en belandt op zijn zestiende bij diverse workshops van Saint-Luc in Luik, waar men wel ziet dat de knaap een gave heeft voor tekenen, maar nog niet toe is aan de algemene cursussen, die bestemd zijn voor veel oudere studenten.

Een buurman in Cheratte, de tekenaar Mittéï, geeft hem enkele adviezen en de scenario's voor een twintigtal "Pipo"-grappen die worden geaccepteerd door JUNIOR, het kleinere broertje van KUIFJE.

In juli 1963 wordt hij, nog steeds in korte broek, door zijn moeder meegenomen naar de redactie van SPIROU/ROBBEDOES, waar het enige schetsje dat hij bij zich heeft, in zijn portefeuille, de aandacht trekt van Yvan Delporte, Charles Dupuis en Peyo! Deze laatste is wanhopig op zoek naar medewerkers om te kunnen beantwoorden aan de enorme vraag naar Smurfenplaten, neemt hem aan voor zijn studio, maar ontdekt al snel dat de knaap zich niet erg thuis voelt bij de blauwe dwergjes. Hij heeft een dynamischer reeks nodig.

Aanvankelijk onder supervisie van Will wordt Walthéry op de reeks "Jakke en Silvester" gezet, die wordt geproduceerd voor LE SOIR ILLUSTRÉ. Van de herfst van 1963 tot 1966 tekent Walthéry daarvan onder het pseudoniem Pop's vier episoden, waarin hij van lieverlee een eigen stijl ontwikkelt. Na de militaire dienst wordt hij geschikt beoordeeld om door te gaan met "Steven Sterk", een ambitieuzere reeks die de meester reserveert voor ROBBEDOES. Ook daarvan zal hij vier episoden tekenen, van 1968 tot 1973.

Daarnaaast helpt hij een nieuw personage op weg, op scenario van zijn Studiocompagnon Gos: "Natasja" wordt in 1967 al geaccepteerd, maar in 1970 pas verschijnt dit kordate dametje in ROBBEDOES. De redacteuren moeten nu de tekenaar, die altijd en eeuwig de deadline overschrijdt, om beurten achter de broek zitten. En dat zal nog erger worden omdat de eeuwige jongeling, mede door het succes van zijn creatie, alle festivals van Frankrijk en Navarra met zijn aanwezigheid vereert. In de dertig jaar van haar bestaan heeft het welgevormde schepsel nog geen twintig albums achter haar naam!

De scenaristen (Gos, Borgers, Stoquart, Wasterlain, Tilleux, Mittéï, Cauvin, Mythic, Peyo, Michel Dusart) en de decortekenaars (Jidéhem, Mittéï, Will, Wasterlain, Laudec, Georges van Linthout) volgen elkaar op aan haar bed, maar haar episoden worden slechts in homeopathische doses uitgebracht, eerst door Dupuis (13 albums in 18 jaar) en vanaf 1989 door Marsu Productions (een half dozijn titels).

In de perioden dat de schoonheid afwezig is, buigt de tekenaar zich soms over kleine, min of meer kortstondige projectjes: een bundel duivenstrips "De ouwe blauwe" naar scenario's van Cauvin in 1980, een eerbetoon aan het Luikse folkloristische personage "Tchantchès" in 1988, reclamebrochures en scoutingkalenders.

Na twee delen bij Marsu Productions van zijn meest autobiografische personage, "Rattekopje", heeft hij dit toevertrouwd aan de goede zorgen van Mittéï. Nu heeft hij supervisie over de serie "Rubine", getekend door Dragan de Lazare en naar scenario's van Mythic (vanaf 1993 voor Lombard).