Darasse © Chloe Vollmer-Lo

Biografie

Christian Darasse, geboren op 8 november 1951 in Villars-Colmars, verlaat begin jaren zeventig zijn geboortestreek en vestigt zich in België, waar hij vriendschap sluit met Jean-Marie Brouyère en Bernard Hislaire. Zijn eerste stripplaat, die hij samen met Jean-Claude Smit-le-Bénédicte maakt, verschijnt in 'Magorie', een fantasy-fanzine van deze laatste dat maar kort heeft bestaan. Daarna plaatst Michel Deligne een paar volledige verhalen van hem in zijn driemaandelijkse tijdschrift 'Curiosity Magazine', maar vanaf 1975 zal hij in 'Robbedoes' zijn eerste echte stappen als professional zetten met illustraties bij een scenario van Claude J. Legrand ('Candice et les Crabs') in 1977. Daarnaast levert hij illustraties bij allerlei rubrieken.

Serge Bosmans, alias Bosse, wordt zijn trouwe metgezel op de drempel van de jaren tachtig: hij werkt mee aan de tekeningen en levert de scenario's van de avonturen van 'Tonnie' (vijf grote vervolgavonturen, waarvan er één, 'Het kristallen penseel', bij wijze van proef als album werd uitgebracht in de reeks 'Vrij Vel' in 1983) en van 'Donjons et dragons'(een lange 'heroic-fantasy'-verhalencyclus in 'Kuifje' van 1984 tot 1987).

In 1987 inspireert heimwee naar het atelier boven een Mazda-garage dat hij deelde met Hislaire en Michetz, Darasse tot het illustreren in 'Robbedoes' van de verrukkelijke gags van 'De Mazdabende', waarin elk van de drie musketiers naar zijn eigen aard reageert. Hislaire neemt de scenario's van de eerste twee albums voor zijn rekening, die in 1988 en 1989 uitkomen bij Dupuis. Daarna neemt Tome het over voor de volgende vijf delen, van 1992 tot 1996. In deze reeks van insidegrapjes over het artiestenleven en van knipoogjes naar de meedogenloze wereld van de Redactie zien we de eerste staaltjes machtsmisbruik van de beruchte Boss (die later de hoofdpersoon werd van een eigen reeks, van de hand van Bercovici en Zidrou).

Wanneer zijn inspiratie min of meer op is, laat Darasse bij Glénat het oog vallen op buitengewoon schaars geklede personages (de scenario's worden ook hier weer verzorgd door Tome). De vrolijke noot schuilt hier in goedmoedig naturisme. 'Les Minou-Kinis' ('Attention plages libres!' in 1997 en 'Soleils complices' in 1998). Daarnaast illustreert hij voor 'Robbedoes' het door Zidrou geschetste leven op de redactie en waagt hij zich met dezelfde Zidrou aan een eerste vervolgverhaal over 'Tamara' in 2001. Het concept bevalt en van dit personage zal in 2003 het eerste gagsalbum verschijnen.