Stephen Desberg, geboren op 10 september 1954 in Brussel, leert
het scenarioschrijven in de schaduw van Maurice Tillieux. Hij werkt
mee aan diens laatste verhalen over "Baard en Kale" ("De laatste
stunt" in 1978, daarna "De bivakmutsen") en neemt het schrijven voor
deze serie vervolgens over tot de dood van Willy Maltaite (Will), in
1990.
Als "hofscenarist" van de familie Maltaite zal hij nog
meer verhalen produceren voor Will (waaronder drie grote boeken
van een wat "volwassener" karakter: "Liefde in het spel" en "De 27ste
letter" in Vrije Vlucht, vervolgens "De hemel in de hel" bij P&T
Productions) en voor diens zoon Eric, met wie hij achtereen volgens
"Jules et Gil" (Jan en Jille), "De familie Herodius" en de reeks met
geheim agent "421" voor ROBBEDOES maakt, alvorens hij overstapt
op een meer volwassen humor met "Carmen Lamour" voor P&T
Productions in 1993.
Na deze sterke start bedenkt hij voor
ROBBEDOES achtereenvolgens de reeksen "Mick Mac Adam" voor
Benn vanaf 1978, een eerste aanzet tot "Billy the Cat" met Colman in
1979, de fantastische avonturen van de engel "Arkel" voor Marc
Hardy in 1981 en een reeks in Afrikaanse retrosfeer rond "Jimmy van
Doren" voor Daniël Desorgher in 1987.
Bij Casterman
bedenkt hij samen met Johan De Moor de personages "Kasper" en
"Kobe de Koe". Bij Lombard schrijft hij "Het zwarte bloed" voor
Bernard Vrancken. Dargaud geeft zijn "Étoile du désert" uit, een saga
geïllustreerd door Enrico Marini. Een van zijn meest recente creaties
is "Le Cercle des sentinelles" met Philippe Wurm bij Casterman.
Maar met de kat "Billy the Cat" oogst hij het meest succes, als hij
in 1987 met Colman besluit de eerste aanzet van acht jaar voordien
nieuw leven in te blazen. Deze nieuwe avonturen zullen leiden tot een
opmerkelijke reeks albums, spaarzaam geproduceerd door een
perfectionistische tekenaar, die aanslaan bij miljoenen Europese tv-
kijkers dankzij een daarmee parallel lopende reeks tekenfilms.