Hardy © D. Fouss

Biografie

Marc Hardy, geboren op 15 augustus 1952 in Luik, debuteert op zijn veertiende in de stripwereld. Hij gaat in de leer bij Mittei, Pierre Seron en Edouard Aidans. Met deze laatste illustreert hij in 1982 "La Prodigieuse histoire du Tour de France", naar een scenario van Yves Duval, en werkt mee aan de reeks "Franval" in TINTIN/KUIFJE.

Bij SPIROU/ROBBEDOES komt zijn levendige, nerveuze stijl tot zijn recht. Na een serie realistische Oom-Wimverhalen 1971, wekt hij achtereenvolgens de personages van "Badminton" tot leven, naar scenario's van Mittei, "Gaffel en Gitaar", geschreven door Mythic en "Arkel" met Stephen Desberg.

De definitieve doorbraak komt er met Raoul Cauvin in 1982, als ze de zwarte humor binnen ieders bereik brengen met "G. Raf Zerk". Een hilarische reeks ondanks het ogenschijnlijk macabere onderwerp, waarin op volstrekt onverwachte wijze de ruzies van een vrolijke doodgraver en kerkhofbewaker met zijn "huurders" worden beschreven.

Hardy's rijke, dynamische stijl blijft zich ontwikkelen en trekt nu ook de belangstelling van een nieuw, volwassener publiek. Yann schrijft bij Glénat twee series voor hem waarin alle taboes doorbroken worden: "La Patrouille des Libellules" (een scherpe visie op de Tweede Wereldoorlog en de padvinderij) en "Lolo en Suzette (waarin het oudste beroep ter wereld wordt geschilderd). Dat er bruut een einde wordt gemaakt aan het bestaan van deze personages, die hun tijd kennelijk te ver vooruit waren, inspireert hen ertoe het leven na de dood op te roepen in "Croqu'la vie" bij Marsu Productions in 1995.

Omdat G. Raf Zerk een echte bestseller is geworden, hervatten en vervolgen Hardy en Yann in 1997 de wederwaardigheden van Titia en Pijpelijn (een bewerking van Lolo en Suzette), hun favoriete straatmadeliefjes in de collectie Vrolijke Vlucht, en oogsten veel succes...

Hardy werkt het liefst 's nachts. Hij barst los als de kinderen slapen, en tilt in die uren de karikatuur naar een onnavolgbaar en tot op heden zelden bereikt niveau.