Peyo © J.-J. Procureur

Biografie

Pierre Culliford ofwel Peyo, op 25 juni 1928 in Brussel geboren, treedt kort na de Bevrijding als tekenaar in dienst van studio CBA, waar hij zijn eerste dwergen schetst voor een tekenfilmproject getiteld "Un Cadeau à la fée". Helaas, het bedrijf takelt snel af. De film blijft in de voorfase steken en de kunstenaars - Franquin, Morris, Paape en Peyo - staan op straat.

De drie eersten vinden al snel werk bij Dupuis, maar Peyo doet vijf jaar lang zo'n beetje van alles om de kost te verdienen: bloemen tekenen op lampenkappen, reclamebrochures illustreren, reclamebureaus belegeren om kleine klusjes in de wacht te slepen die hem helpen de regels van de grafische compositie onder de knie te krijgen.

Daarnaast doet hij nog van alles voor iedereen in 1946: wat kleine gags rond de Indiaan "Pied-Tendre" en de padvinder "Puce" in RIQUET, de bijlage van de krant L'OCCIDENT, "Une aventure de l'inspecteur Pik" in LE PETIT MONDE, het reclameweekblad van Le Bon Marché, en af en toe een optredentje van de page "Johan" in de wekelijkse jeugdrubriek van de krant LA DERNIÈRE HEURE.

LE SOIR neemt tussen 1949 en 1952 vijfentwintig korte gags rond de kat "Poussy/Poesie" en twee korte avonturen van "Johan" af op zijn wekelijkse jeugdpagina. Met uitzondering van een enkele cartoon die wordt geaccepteerd voor een omslag van MOUSTIQUE in 1949, blijken alle poging om bij Dupuis binnen te komen vruchteloos, totdat hij er door de voordeur binnenkomt op aanbeveling van zijn vriend Franquin, die hij tot zijn geluk heeft ontmoet in een café in Namen.

Op advies van zijn beschermengel herziet Peyo het uiterlijk en de haarkleur van zijn geliefde page. Hij begint enkele malen opnieuw aan de eerste platen en wordt net zo perfectionistisch als zijn oudere vriend. Later zal hij zijn ervaring weer doorgeven aan jongere vakgenoten.

Vanaf zijn debuut in ROBBEDOES, op 11 september 1952, wordt Johan hartelijk ontvangen, maar de verschijning van Pirrewiet in 1954 wekt werkelijk enthousiasme. En het wordt echt fantastisch als de Smurfen met hun speciale taaltje zich in 1958 bij dit middeleeuwse wereldje voegen.

Bedacht als bijfiguren voor maar één episode, "De fluit met de zes smurfen", blijken de blauwe dwergen - in rechte lijn afstammend van de schetsen voor "Un Cadeau à la fée" - een doorslaand succes. Yvan Delporte kroont ze tot sterren van de microverhaaltjes, waarvan de kleine pagina's en hokjes perfect naar hun maat zijn. Het publiek vindt echter al snel dat ze hun eigen avonturen moeten beleven, in groot formaat, als echte helden, met hun eigen reeks traditionele albums. En het Smurfs verspreidt zich sneller dan het Esperanto of het Volapük.

Peyo krijgt het zo verschrikkelijk druk dat hij zich met medewerkers omringt en een vriendenstudio opent die in de loop der jaren onderdak zal bieden aan Gos, Walthéry, Derib, Francis, De Gieter, Wasterlain, Blesteau, Benn en vele anderen. Peyo, een geweldig bekwaam verteller met een uiterst levendige fantasie, bedenkt inderdaad de ene serie na de andere.

LE SOIR plaatst elke week een gag van Poussy, materiaal dat later in ROBBEDOES wordt overgenomen (Poussy/Poesie) en voortgezet door De Gieter en Desorgher. LE SOIR ILLUSTRÉ eist ook een wekelijkse strippagina.

Dupuis opent in 1960 zijn deuren voor "Steven Sterk", zijn nieuwe personage, een kleine jongen die oersterk is wanneer hij niet verkouden is, en daarnaast lanceert Peyo met zijn ploeg de personages "Jakke en Silvester", om het wachten van LE SOIR ILLUSTRÉ niet te beschamen.

Van 1960 tot 1968 beleven "Jakke en Silvester" er tien afleveringen aan een stuk waarvoor Peyo, Will, Jo-El Azara, Vicq, Walthéry, Gos, Francis, Mittéï en Roger Leloup beurtelings de tekeningen of de scenario's maken. Steven Sterk zal hetzelfde meemaken: Peyo, Will,
Walthéry, Delporte, Gos, Wasterlain en Blesteau doen om de beurt het werk.

De alom aanwezige Smurfen zijn teamwork geworden. Het scenario en de supervisie berusten nog bij de Meester, die zelf zijn favoriet, Johan, aanhoudt, al zien we die helaas steeds minder.

In de loop der jaren verandert de kunstenaar in een formidabele zakenman die de talloze afgeleide producten van zijn personages van dichtbij wil volgen: tekenfilms, poppetjes, spelletjes, gebruik voor reclame of promotie. De Smurfen veroveren de planeet en zijn bedrijfje splitst zich, met de hulp van de kinderen van de Meester, eind jaren '80 in een tekenstudio (Cartoon Création, onder leiding van zijn zoon Thierry) en een maatschappij die alle "merchandising" regelt (IMPS, ontwikkeld door zijn dochter Véronique). De exploitatierechten van de personages lopen in de tientallen duizenden euro's en in 1989 verandert Cartoon Création in een uitgeverij voor de publicatie van de laatste boeken van Peyo, alvorens in 1992 terug te keren naar de productie van de nieuwe albums van Johan, de Smurfen en Steven Sterk, die worden uitgegeven en verspreid door Lombard.

Het overlijden van Peyo, op 24 december 1992, onderbreekt de ontwikkeling van zijn series niet. Hij heeft voor aflossing gezorgd. Thierry Culliford, Delporte en Dugomier leveren nu met een mooie regelmaat de scenario's voor nieuwe avonturen van de drie sterren van het huis aan de tekenaars van de studio (Desorgher, P. Garray, Alain Maury, etc.).