Biografie
Yann is als scenarist een alleskunner. Hij is ongrijpbaar. Grappig, cynisch, wreed, romantisch als het zo uitkomt, bezeten van de Geschiedenis, en uitermate leergierig. Hij schrijft, bij voorkeur met vitriool, altijd oorspronkelijke verhalen, overlopend van verwikkelingen en berustend op een grote ontwikkeling en perfect gedocumenteerde kennis. Als onverbeterlijke liefhebber van geestige uitspraken verrijkt hij elk van zijn scheppingen met verrukkelijke dialogen.
Deze Breton, die op 25 mei 1954 in Marseille is geboren en nu in Brussel woont, smaakt al heel vroeg de geneugten van de reclame en de architectuur, alvorens hij afglijdt naar het beeldverhaal met enkele "Vrije Vellen" van zijn leerling Balac voor het blad Robbedoes in 1974.
Na een kort verblijf in Curiosity Magazine, zal zijn compagnonschap met Conrad het eerbiedwaardige huis van Marcinelle vanaf 1978 regelmatig op haar grondvesten doen schudden. Weten ze hun revolutionaire aard nog te maskeren met het illustreren van "Jason" naar een scenario van Mythic, de geduchte kameraden profiteren van hun verblijf onder het dak van het huis van Robbedoes om 's nachts de platen van hun collega's te bestuderen en de strook wit erboven te "verlevendigen" met de zogenaamde "bandjes", getekende commentaren op hun oudere vakbroeders en al wat er zo langskomt.
Daartoe uitgedaagd, starten ze hun eerste grote avonturenreeks, met personages die diametraal tegengesteld zijn aan de traditionele stripfiguren: de "Onnoembaren", een geschift trio dat uiteindelijk zijn toevlucht vindt in de catalogus van Dargaud.
Vervolgens pakken ze hardhandig de legendarische Bob Morane aan, met hun "Bob Marone" (twee albums bij Glénat), alvorens ze uit elkaar gaan en elk voor zich verder bouwt aan een oeuvre dat de negende kunst nieuw leven inblaast.
Hoewel Yann zich af en toe nog wel trakteert op het genoegen bepaalde scenario's of scènes voor zijn tekenaars in potlood te schetsen, beseft hij al snel dat tekenen geen snelle verwezenlijking toelaat van alle ideeën die in hem opborrelen. Omdat hij alle uitgevers op de markt wil bestoken met zoveel mogelijk reeksen, laat hij de grafische kant resoluut voor wat die is en richt zich op het schrijven voor een waar leger van tekenaars.
Zo zien we hem zijn energie geven aan Frank Le Gall ("Yoyo" en een episode van "Theodoor Cleysters"), Marc Hardy ("La Patrouille des Libellules", "Titia en Pijpelijn", "Croqu" la vie"), Yslaire (de eerste episode van "Samber"), François Avril ("Le Voleur des ballerines"), Yves Chaland (enkele "Freddy Lombards"), Denis Bodart ("Les Affreux", "Nicotine Goudron", een episode van "Poezekat"), Batem en André Franquin ("De Marsupilami"), Olivier Neuray ("Witte nacht"), Philippe Bercovici ("Leonid en Spoetnika"), Marc Michetz ("Tako"), Édith ("Basil et Victoria"), Louis Joos ("S.O.S. Aïcha"), Berthet ("Pin Up"), Fabrice Lamy ("Colt Walker"), Laurent Verron ("Govert Suurbier"), Morris ("Lucky Luke"), etc.
Na zijn pionnen bij zo ongeveer alle serieuze stripuitgeverijen te hebben uitgezet, keert hij via de voordeur terug bij Dupuis met epische vertellingen voor René Hausman in Vrije Vlucht ("De drie grijze haren" en "De eekhoornprins"), de saga van "De sterrenjagers" voor Wozniak en enkele bijzonder pittige reeksen in de collectie Vrolijke Vlucht: "Titia en Pijpelijnt", "Spoon & White" en de bloemlezingen "Vieze Sprookjes".
Tegenwoordig is Yann onbetwist een van die al te zeldzame scenaristen waar je niet meer om heen kunt.